De “Kunst- und Wunderkammer” was een uiting van de verzamel-liefde van gegoede burgers in de 16e en 17e eeuw. Ze stelden hun eigen collectie samen van kunstobjecten en voorwerpen die verband hielden met de groeiende kennis over de mens en de wereld.
Deze tentoonstelling bracht meer dan vijftig kunstobjecten bij elkaar, voornamelijk uit privécollecties en met een link met de stad Antwerpen en haar Gouden Eeuw. Elk object draagt de geschiedenis, tradities en het erfgoed van Vlaanderen in zich.
Aanleiding voor de tentoonstelling was de vernieuwing van de Argenta-hoofdzetel. De grondvesten van het gebouw liggen dan ook op de plaats waar in de renaissance de zogenaamde “hoven van plaisantie” werden opgetrokken, buitenverblijven voor gegoede Antwerpenaars die de binnenstad ontvluchtten.
De tentoonstelling vertegenwoordigde de prinselijke collecties van Europese edelen, rijke patriciërs en voornamelijk handelaar-bankiers in de 16e en 17e eeuw.
een aloude bankierstraditie in de 16e en 17e eeuw